In het academisch jaar 2005/2006 verzorgde Hans Anten onderwijs in de bacheloropleiding Nederlandse taal en cultuur en in het masterprogramma Nederlandse literatuur.
Communiceren in het academisch domein
Speciaal voor studenten Communicatie- en Informatiewetenschappen werd in blok 4 de cursus Communiceren in het academisch domein (niveau 1) gegeven. Voor een van de zes groepen verzorgde Anten het onderwijs, waarin de basisprincipes van wetenschappelijk schrijven belicht werden aan de hand van verschillende tekstgenres en soorten onderzoek.
Tevens stond het populariseren van wetenschappelijke teksten centraal zoals dat in schriftelijke, mondelinge en digitale presentaties gestalte kan krijgen.
Canonisering van de Nederlandse literatuur
In het derde blok verzorgde Anten de colleges over de moderne letterkunde in de casuscursus Canonisering van de Nederlandse literatuur (niveau 3). Deze cursus is een gezamenlijk project van de afdelingen middelnederlandse, vroegmoderne en moderne letterkunde. De veelzijdige problematiek van canonisering is thans, in 2006, uiterst actueel. De vraag om een algemeen culturele, historische en literaire canon mag en kan weer gesteld worden. Het ministerie van OC & W heeft daartoe zelfs een 'Commissie Ontwikkeling Nederlandse Canon' ingesteld. In het door Anten verzorgde deel van deze cursus werd aan de hand van een groot aantal voorbeelden uit de negentiende en twinstigste eeuw ingegaan op de flexibiliteit van literaire canons. Daarbij werd in het bijzonder aandacht besteed aan de mechanismen die opname in of uitsluiting van de canon veroorzaken. In Nednummer 2005 heeft Anten een kort antwoord gegeven op de vraag of het opstellen van 'De Canon van Nederland' wenselijk is.
Literaire analyse
In het eerste blok stond de cursus Literaire analyse (niveau 1) op het programma van neerlandici en studenten Taal en Cultuurstudies. De werkcolleges werden twee keer per week gegeven in de voltijdopleiding en een keer per week in de deeltijdopleiding. In deze cursus wordt de student vertrouwd gemaakt met het instrumentarium aan de hand waarvan lyrische, epische en dramatische teksten worden geanalyseerd en geïnterpreteerd. Die teksten zijn afkomstig uit de Nederlandse letterkunde van 1200 tot heden. Centraal stonden onder meer het Maria-mirakel Beatrijs, middelnederlandse poëzie, gedichten van Anna Roemersdochter Visser, Constantijn Huygens, Jan Luyken, P.C. Boutens, Rutger Kopland en Gerrit Kouwenaar, en proza van onder anderen Willem Elsschot, F. Bordewijk, A. Alberts en F.B. Hotz.
Actuele Nederlandse Romans
Eveneens in blok 1 werd de casuscursus Actuele Nederlandse Romans (niveau 3) gegeven. In deze reeks werkcolleges werd een zestal recent verschenen Nederlandstalige romans, die op de een of andere manier in de belangstelling staan, geïntroduceerd en onder meer middels referaten op velerlei wijze belicht en becommentarieerd. De colleges worden verzorgd door de staf van de Afdeling Moderne Letterkunde. De tekst die onder leiding van Anten werd behandeld was Casino, de geruchtmakende omvangrijke roman die Marja Brouwers in 2004 publiceerde en die haar voor velen dè gedoodverfde winnares van de Libris Literatuur Prijs 2005 maakte.
Literatuurgeschiedschrijving in de neerlandistiek
In het derde blok werd de casuscursus (niveau 3) Literatuurgeschiedschrijving in de neerlandistiek gegeven. Tijdens deze cursus werd onder meer onderzocht op welke wijzen de literaire historiografie in de negentiende en twintigste eeuw teksten, een oeuvre, een auteur, een stroming heeft beschreven. Tevens werd aandacht besteed aan de theoretische uitgangspunten zoals die door de schrijvers van literatuurgeschiedenissen zelf zijn geformuleerd. Ook de contemporaine en latere receptie van verschillende historiografieën kwam aan bod. Daarnaast werd een aantal beschouwingen bestudeerd waarin werd ingegaan op enige cruciale literatuurgeschiedkundige methodologische kwesties, zoals periodiseringscriteria, het zogenaamde generatieconcept, de relatie tussen feit en oordeel, tussen biografie en werk, tussen buiten-literaire en literaire ontwikkelingen. Tenslotte werd ingegaan op de huidige stand van zaken en op de perspectieven die voor de literatuurgeschiedschrijving van de neerlandistiek in de eenentwintigste eeuw zijn ontwikkeld.
Inleiding tot de geschiedenis van de moderne Nederlandse literatuur
In blok 4 gaf Anten aan de voltijdstudenten de zogenaamde verplichte thematische cursus Inleiding tot de geschiedenis van de moderne Nederlandse literatuur (niveau 2). Voor een nadere beschrijving van deze cursus zie men onder andere de tekst onder Onderwijs 2004/2005.
Erfgoed I
In het kader van de master Nederlandse literatuur participeerde Anten in de reeks Erfgoed I in blok 1 met een college over de roman Noodlot van Louis Couperus in relatie tot secundaire literatuur over het naturalisme en het decadentisme. Zie voor een nadere beschrijving onder meer de tekst onder Onderwijs 2004/2005.
Erfgoed II
In het kader van de master Nederlandse literatuur participeerde Anten in de reeks Erfgoed II in blok 3 met een college waarin de roman Mystiek lichaam van Frans Kellendonk in relatie tot vooral ideologiekritiek centraal staat. Zie voor een nadere beschrijving onder meer de tekst onder Onderwijs 2004/2005.